Tocht naar het leven











{12 mei 2012}   Dag 10 van 21: ik, de redder van mijn kat

Laatst, toen we naar bed wilden gaan, gingen we de katten van buiten roepen en een van onze katten wilde niet komen. Dus mijn moeder zij dat we hem maar buiten moesten laten en alleen de deur van de garage naar binnen dicht moesten doen en het kattenluikje open moesten laten. Toen ik in bed lag kon ik niet lekker liggen met het idee dat mijn kat buiten was met alle gemene katers uit de buurt. Ik ben mijn bed uitgestapt en ben hem nog een keer gaan roepen en gelukkig kwam hij binnen.

 

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om geloven dat als mijn kat s’ nachts alleen buiten is hij zichzelf niet kan redden.

 

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de angst te hebben dat mijn kat in een gevecht zou komen met gemenen buurt katten.

 

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om mijn ervaring dat de buurt katten met onze katten gaan vechten in de avond/nacht te projecteren op deze gebeurtenis.

 

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om deze gedachte mij wakker te laten houden.

 

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om los te laten dat mijn kat mij nodig heeft als hij alleen buiten is.

 

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om mij los te maken van het idee dat ik de redder in nood ben voor mijn kat en zal dit ombuigen naar mijn kat te assisteren daar waar hij het nodig heeft en niet voorkomend uit mijn angsten.



Plaats een reactie

et cetera